Glasvezelbekabeling | praktijk fusielassen en Fluke Networks CertiFiber Pro instellen is bestemd voor monteurs die glasvezelverbindingen moeten gaan maken met een fusielasapparaat. En deze glasvezelverbindingen moeten meten met de Fluke Networks CertiFiber Pro.

Basiskennis van glasvezelbekabeling is een vereiste. Beschikt u nog niet over deze basiskennis dan is de volgende cursus interessant voor u:
KCO 0801 – Glasvezelbekabeling | basiscursus

Aan het einde van deze cursus kunt u:

•  de mogelijke risico’s van het werken met glasvezel benoemen en weet u welke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen genomen kunnen worden;
• een fusielasapparaat instellen voor het lassen van verschillende soorten glasvezels en voor het gebruik van verschillende soorten splice protectors;
• glasvezelkabels voorbereiden (strippen, reinigen, cleaven) een pigtail voorbereiden en lassen aan een glasvezelkabel met een fusielasapparaat;
• een splice protector aanbrengen ter bescherming van de fusielas;
• een gemaakte fusielas controleren met een Visual Fault Locator.
• de verschillende soorten meetapparatuur voor glasvezelbekabeling benoemen en hun toepassing toelichten;
• toelichten wat het belang van visuele inspectie en reinigen van glasvezelconnectoren is;
• zelfstandig een Fluke Networks CertiFiber Pro instellen, een referentiemeting uitvoeren en de kwaliteit van glasvezelmeetsnoeren beoordelen;
• meetresultaten van een dempingsmeting toelichten.

• Veilig werken met glasvezel:
  
  • verschillende risico’s en voorzorgsmaatregelen om veilig te werken.
• Fusielasapparaat:
  
  • camera’s en motoren voor de positionering van de glasvezel;
  • bedieningspaneel;
  • lasstiften;
  • krimpoven voor splice protectors;
  • onderhoud en reiniging van het fusielasapparaat.
• Glasvezelcleaver:
  
  • positioneren van verschillen soorten glasvezels (tight buffer, loose tube);
  • instelmogelijkheden van het cleavemes;
  • onderhoud en reiniging van de glasvezelcleaver.
• Instellen van het lasapparaat:
  
  • glasvezeltype (multimode, singlemode, auto-detection);
  • spliceprotectortypes (40 mm, 60 mm);
  • arc-test.
• Fusielasapparaat:
  
  • strippen en reinigen van de glasvezel (kabel en pigtail);
  • cleaven van de glasvezel;
  • positioneren van de glasvezels in het fusielasapparaat;
  • lassen van de glasvezels en estimated attenuation van de las aflezen;
  • splice protector aanbrengen en krimpen;
  • controle van de gemaakte lassen met een Visual Fault Locator.
• Testapparatuur voor glasvezel:
  
  • VFL, LSPM, OLTS en OTDR.
• Multimode glasvezel testen:
  
  • encircled flux vs. mandrels;
  • berekenen loss budget.
• Reinigen meetsnoeren en aansluitingen:
  
  • inspectiemicroscoop;
  • reinigingsmiddelen en –gereedschappen.
• Fusielasapparaat:
  
  • verschillende referentiemethoden;
  • 1-jumper reference method;meetresultaten referentiemeting (dBm en mW).
• Instellen Fluke Networks CertiFiber Pro:
  
  • testmethode;
  • kabelkeuze;
  • teststandaarden (ISO/IEC, TIA, CENELEC).
• Meten:
  
  • instellen van de tester;
  • reinigen meetsnoeren en aansluitingen meettoestel;
  • uitvoeren van een referentiemeting;
  • uitvoeren van een dempingsmeting;
  • interpretatie meetwaarden referentiemeting.
• Meetresultaten
  
  • lezen en interpretatie van de meetresultaten;
  • mogelijke oorzaken van een FAIL.

KCO 0800 Datanetwerken | basiscursus